Onze Lakenvelders lopen het grootste deel van het jaar buiten. In de polder eten ze alleen maar gras en kruiden, die van nature in het grasland voorkomen. Dit geeft de juiste vetzuren mee aan het vlees. En ook de tragere groei en de kleinschalige aanpak dragen bij aan de smaak. Lakenvelder vlees heeft een fijne gemarmerde structuur en een uitstekende smaak.
Het lekkerste rundvlees
In 2013 riep een vakjury het Lakenvelder vlees uit tot het lekkerste rundvlees van Nederland. De jury proefde 14 runderrassen, waaronder de bekende vleesrassen als Charolais, Black Angus, Belgische Blauwe, Blonde d’Aquitaine, Limousin, Hereford en zelfs de Wagyu. De Lakenvelder kwam unaniem als het lekkerste rundvlees uit de proeverij. Slager Johan van Uden was lyrisch over de smaak: “Zo’n lekker vetje heb ik nog nooit geproefd. Niet te hard, niet te snotterig, maar helemaal perfect. Het smelt op je tong precies zoals je dat zou willen. Geweldig.”
Erkend en bekroond
Niet voor niets kreeg het Lakenvelder vlees een ‘Zeldzaam Lekker Award’ en een finaleplaats in ‘De Smaak van Nederland’. In 2010 werd de Lakenvelder als eerste Nederlandse runderras door SlowFood toegevoegd aan de ‘Ark van de Smaak’.
Garen bij een lage temperatuur
De vleeskwaliteit is voor een belangrijk deel genetisch bepaald. Oorspronkelijk waren Lakenvelders trekdieren. Daarom hebben ze de eigenschap om suikers op te slaan in de spieren. Dat geeft het vlees een karakteristieke smaak. Het vet smelt bij een lage temperatuur, waardoor het bij een lage temperatuur gegaard kan worden. De structuur en de smaak blijven zo behouden.
Ambachtelijk geslacht en verwerkt
Mooi vlees komt tot zijn recht door zorgvuldige verwerking. Daarom kiezen we met zorg een kleinschalige slachter en een vakslager met oog voor kwaliteit. Onze dieren worden geslacht bij slachterij Tuithof in Kamerik en daarna verder verwerkt door Slagerij Ferry Lempers in Linschoten. De koe wordt van kop tot staart door hem uitgebeend, het vlees wordt geportioneerd en daarna ingevroren.
Langzaam ontdooien
Het Lakenvelder vlees wordt door de slager snel ingevroren zodat de kwaliteit maximaal behouden blijft. Voor het ontdooien geldt juist het omgekeerde: geef het vlees de tijd om langzaam terug te koelen. Laat het bij voorkeur in de koelkast ontdooien en daarna een uur voor bereiding op kamertemperatuur komen, dan blijft het vlees heerlijk mals.